zondag 21 september 2008

Een mooi weerzien

Vanmorgen waren we laat, want we hebben er helemaal niet bij stilgestaan dat het weekend is en alle hotels/cabins waar wij wilden overnachten vol zitten... We moesten bij het opstaan dus meteen het internet op om eens rond te kijken, wat er nog meer is in deze omgeving. En da's veel... heel veel... maar allemaal stervensduur!

We hebben dus besloten om vandaag nog maar in Hinton te overnachten en morgen iets te zoeken aan de andere kant van het park. Komt voor ons ook iets beter uit. Wees gerust, hoor. We zullen niet in de auto hoeven te overnachten, alhoewel dat best zal kunnen!

We gingen dus laat op weg, maar toen we bij het park kwamen en daar allervriendelijkst ontvangen werden (kwam natuurlijk door de nationale parkenpas, waar ik vrolijk mee zwaaide), was het een mooi weerzien. Want dit park staat bovenaan bij mijn favoriete parken. Het is zo ontzettend mooi, ik kan het niet beschrijven...

Onze eerste stop was het plaatsje Jasper. Dit plaatsje ligt vrijwel in het midden van het park en is eigenlijk ook de plaats waar alle hotels gelegen zijn. Net als in 2002 was onze indruk dat het te druk, te veel mensen en teveel auto's waren. Dus nadat we een bezoekje hadden gebracht aan het visitor center voor een kaart van het park, zijn we snel in de auto gestapt. Ons eerste doel was Maligne Lake. Dit gigantische meer ligt in het noordelijke gedeelte van het park en is vooral bekend door Spirit Island. Een klein eilandje waar je alleen per boot kan komen. Omdat we het boottochtje in 2002 al te duur en te kort vonden, zijn we nu niet eens gaan kijken! Maar we zijn wel een stuk langs het meer gaan lopen, waar Monique naar hartelust weer een paar mooie plaatjes kon schieten.

Nadat we na een uurtje weer bij de auto kwamen, zijn we eerst een hapje gaan eten op een rustig plekje langs de Maligne river. Toen we bijna klaar waren, kwamen er 3 campers aanrijden, die achter elkaar parkeerden en uitstapten. Loopt in Amerika en Canada iedereen naar de picknickplaatsen, deze mensen deden dat niet. Ze stapten uit, namen een stoel en tafel mee, zetten die pontificaal voor de camper en gingen zitten. Monique en ik hadden direct dezelfde gedachte: Nederlanders! Het kon niet missen! Bakenen direct hun territorium af! Haha!

Na Maligne Lake en de lunch zijn we verder teruggereden. Vergis je niet, dit was een afstand van ongeveer 45 kilometer waar je niet harder mag rijden dan 60. Tel daarbij de mooie uitzichten op en je bent wel even onderweg.

Op de heenweg hadden we al een aantal mensen bij Sinking Lake zien rondwandelen. Sinking Lake is, in mijn eigen vertaling, een soort van natuurlijke afvoer van andere meren. In dit geval van Medicine Lake. Natuurlijk konden wij het niet laten om ook even af te dalen naar Sinking Lake! En dat was best raar, want er is heel stug en dik gras, maar ook heel drassige grond.

Nadat we hier een tijdje hadden gelopen, zijn we weer verder gegaan naar Maligne Canyon. Maligne Canyon is zo diep, dat je bijna het water niet ziet! Je kunt helemaal naar beneden lopen, wat Monique wel gedaan heeft, maar ik niet. Ik vond het zonnetje lekkerder met een temperatuur van ongeveer 25 graden! Maar het is er wel onvoorstelbaar mooi!

Op de terugweg naar Hinton kwamen we nog een stuk of wat grazende berggeiten (of soort van) tegen langs de kant van de weg die op de foto gezet moesten worden. Zo gezegd, zo gedaan en vervolgens zijn we op ons gemak terug gereden naar het hotel.

zaterdag 20 september 2008

Sirenes en schrik...

Vanmorgen hebben we uitgeslapen, wat zoveel betekent als dat we pas laat op weg gingen. De bedoeling was de omgeving van Edmonton en als het even kon Slave Lake bereiken, maar inmiddels zijn we aangekomen in Hinton, een kleine 1oo kilometer van Jasper... Volledig uit de route, want Edmonton ligt de andere kant op. Hoe dit zo gekomen is? Nou, dat zal ik je vertellen.

Na ons vertrek hebben we weer de gebruikelijke koffie gehaald met voor Monique (eindelijk) een kaneeldonut en voor mij een broodje met ham en kaas. Doordat we ons ontbijt gehaald hebben, hoefden we niet bij 6 graden buiten te ontbijten. Wel hadden we een bakkie leut voor onderweg meegenomen, in onze gekoesterde thermosfles.
Hierna nog even het bord die het begin van de Alaska Highway markeert gefotografeerd. We hebben afgesproken dat we deze highway ooit een keer zullen rijden van Mile O tot aan Fairbanks...

We waren lekker op weg, reden op de cruisecontrol met een gangetje van 100 kilometer per uur de provincie Alberta binnen. Ik dacht nog, ik heb geen haast, dus hield ik mij netjes aan de snelheid. Eigenlijk baalden we dat we zo laat vertrokken waren, want we hadden even geen rekening gehouden met het uur tijdsverschil in Alberta met British Columbia. Toen we de grens over gingen, was het dus inene een uur later.

Plots komt ons een witte sedan tegemoet, die plots langzaam gaat rijden... En eigenlijk dacht ik op dat moment helemaal niets, totdat... alle zwaailichten aangingen, de witte auto omdraaide en een politiewagen bleek te zijn! Ik vroeg nog aan Monique "is die voor mij?!" waarop Monique nog zei "nee joh, tuurlijk niet" tot de politieauto achter ons bleef rijden en wij uitriepen: "Ogodogodogod! Tja, toen ben ik maar gestopt en waarempel de politieagent stopte ook!

Het vervolg is net als in de film en al die series op tv, geloof me, want...
Wij bleven natuurlijk kalm en relaxed als altijd, met lichtelijk trillende handen, en wachtten netjes tot de agent de nummerplaat van de auto had nagetrokken. Toen ie eindelijk naar ons toekwam, stelde hij de vraag of ik wist waarom ik was aangehouden. In al mijn onschuld zei ik dat ik dat niet wist, waarop hij tot mijn stomme verbazing zei dat ik 138 kilometer reed op een weg waar je maximaal 100 mag rijden! Nou, geloof me, mijn mond viel open van verbazing en ik kon nog net uitbrengen dat ik 100 reed op de cruise control!!! Maar hij had mijn snelheid gemeten en ik was de enige auto die hem tegemoet kwam, was het antwoord. Wetende dat ik vooral niet in discussie moest gaan, heb ik wijselijk mijn mond gehouden, terwijl mijn verstand alleen maar riep "JE LIEGT! JE LIEGT! ASSHOLE!!!".

Vervolgens vroeg hij om mijn rijbewijs, die natuurlijk in mijn tas zat die op de achterbank lag. Geen probleem, hoor. Zodat mij vooral niets zou overkomen, ging hij netjes in het midden van de highway staan, zodat ik mijn spullen kon pakken, terwijl hij aan me vroeg waar ik vandaan kwam en waar ik heen ging... Mijn rijbewijs en paspoort had ik snel gevonden, de autopapieren waren tijdelijk zoek... Of het hem nou te lang duurde of dat hij, zoals wel gezegd wordt, niets kon met het Nederlands rijbewijs, ondanks het mooie nieuwe plastic kaartje, zal ons een raadsel blijven. Want terwijl ik nog op zoek was naar de autopapieren, zei hij "okee, ik zal je dit keer door laten rijden met een waarschuwing, maar let op je snelheid!". Mijn antwoord: "yes sir, absolutely sir!"

Met nog trillende handjes en gepikeerd omdat we ten onrechte werden aangehouden, zijn we met een slakkegang van 80 doorgereden, omdat hij achter ons aanreed. Toen hij een nieuw slachtoffer gespot had, ging hij ons, met diezelfde zwaailichten aan, met een noodgang voorbij!

Wat waren we blij toen we eindelijk in Grande Prairie kwamen en op een parkeerterrein een bakkie troost konden nemen! Dat hadden we wel verdiend, vonden wij... En onder het mom van "ach, je moet alles een keer meegemaakt hebben", zijn we ons gaan buigen over het programma van de komende dagen.
In de afgelopen 2 weken hebben we aardig wat kilometers gemaakt. De route van A naar B, zeg maar de overnachtingsplaatsen, waren redelijk te doen. Maar wil je ook nog wat zien of een Provinciaal park bezoeken en een paar trails doen, dan moesten we vaak nog 30, 50 tot 100 en soms nog meer kilometers van de weg af en helaas is dat teveel gebleken. We vertrekken morgen naar Jasper, omdat we er absoluut geen race van willen maken. Dat verdienen deze provincies echt niet. We gaan genieten in Jasper en omgeving en we gaan doen wat we leuk vinden: trails lopen. De bedoeling is dat we 3 nachten in Jasper blijven.

Hierna gaan we langzaamaan richting Vancouver. Welke plannen we nog hebben voor onderweg? Wie het weet, mag het zeggen...

Van Prince George naar Dawson Creek

We werden op een mooie tijd wakker en nog geen uur later waren we op weg. Even tanken, een cappucino en vers brood halen en we konden weer even vooruit.

Onderweg kwamen we langs een schitterend gelegen meer, Bear Lake, waar we op ons gemak hebben ontbeten. Was het in Prince George nog mistig, hier begon de temperatuur al aardig op te lopen.
Na ons ontbijt zijn we doorgereden naar McKenzie. Hier zou een weg zijn naar een geweldig uitzicht over het meer, maar die weg… helaas, niet kunnen vinden. Wat we wel konden vinden en waar we niet om heen konden was Werelds grootste bomenvermaler! Van hieruit kwamen we door Chetwynd, goed voor een tankbeurt en de vele houtsculpturen die langs de hoofdstraat staan. Deze sculpturen zijn uitgezaagd met een kettingzaag, een kunst waar dit stadje om bekend staat.
Hier zijn we afgeslagen van de Highway 97 om via de toeristische route, highway 29, naar Dawson Creek. Onderweg natuurlijk weer wat gegeten op een heel mooi plekje nabij het meer, lekker in het zonnetje. De temperatuur is rond de 22 graden, dus het is goed vertoeven in de zon.

Via kleine plaatsen als Hudson’s Hope, Farrell Creek en Charlie Lake en het wat grotere Fort Saint John kwamen we rond half 6 vanmiddag aan in Dawson Creek. De route vanmiddag bleek verassend genieten te zijn. Het landschap begon langzamerhand te veranderen, naarmate we dichterbij de Rocky Mountains kwamen, maar ook begonnen de herfstkleuren hier de overhand te krijgen. Berghellingen vol met schitterend gekleurde bomen! Het was een fantastisch mooie rit!

vrijdag 19 september 2008

Rijden, rijden, rijden...


Vanmorgen ging om kwart over 6 de wekker. Ja, echt waar. Om kwart over 6 al! En om 10 voor 7 gingen we in de mist op weg. Op weg, maar waar naar toe?

We hebben besloten om de route in British Columbia verder te laten voor wat ie is. We gaan dus niet door naar het noorden. De reden? Heel simpel. Hoe mooi het ook is hier, zijn we toch wel toe aan een verandering van omgeving. We houden ook allebei wel van een wat ruige natuur en die kunnen we vinden in Alberta, de Rocky Mountains. En we lopen inmiddels 3 dagen achter op schema en willen we de route blijven vervolgen, dan moeten we gaan racen en dat is juist wat we niet willen.

We gingen dus vroeg op pad nadat we broodjes hadden gesmeerd en koffie in een thermoskan hadden gegoten. Alsof we in vroeger tijden waren beland en een dagje uit gingen! We hebben vooral gereden, gereden, gereden… broodje gegeten… koffie gedronken… gereden, gereden, gereden… nog een paar keer gestopt om te proberen de mooie herfstkleuren op foto te krijgen… gereden, gereden, gereden… nog een pitstop gemaakt bij de Slotcanyon bij Moricetown… gereden… beer gespot, beer gefotografeerd, beer gefilmd… gereden, gereden, gereden… file door wegwerkzaamheden… gereden, gereden, gereden…

We zijn inmiddels weer terug in Prince George en zijn compleet afgepeigerd na het hele stuk rijden van Stewart naar Prince George. Hoe lang we er over hebben gedaan? Hmmm… laten we het houden op: langer dan gepland door alle wegwerkzaamheden…

woensdag 17 september 2008

Wat een mooie dag het was...

Om 5 uur vanmorgen ging de wekker... Ja, tis echt waar! Erg? Ja, dat vond Monique ook... Want om 5 uur was er, na herhaaldelijk roepen, geen teken van leven in het andere bed. Dus lag ik daar, klaarwakker. Om half 6 nog maar een keer geprobeerd, maar nee hoor. Eindelijk om 6 uur was er een teken en was het enige dat ik zei "tis nog stikkedonker buiten" en daar pitte ze weer vrolijk verder!
Waarom om 5 uur de wekker ging? Nou, we wilden naar Fish Creek in Hyder. Hier komen vanaf eind juli tot in september beren vissen naar zalmen. Monique had op een website van andere reizigers gelezen dat zij er al om 5 uur 's ochtends waren!
Uiteindelijk vertrokken we rond 8 uur naar Hyder, onderweg vrolijk toegezwaaid door de lokale inwoners. Zodra we de grens met Amerika passeerden, hield de geplaveide weg op en reden we opnieuw op een ongeplaveide weg! Hyder stelt echt niets voor. Er staan hier en daar wat (vervallen) gebouwen en wat woningen, een motel enzovoort, maar verder is er echt helemaal niets. Behalve dan een bar op elke 30 inwoners!
Na een kilometer of wat kwamen we bij Fish Creek en toen bleek dat het maar goed was dat we daar niet om 5 uur stonden. Ten eerste is de boardwalk pas vanaf half 7 open, maar, zo vertelde de ranger ons, was vanmorgen de eerste beer in 3 dagen gespot! Dat er geen beren zouden zijn hadden we kunnen weten. Tenslotte eten beren alleen het proteïne rijke spul uit de zalm en de rest laten ze liggen. Daar waar beren vissen, is de rottingslucht al van verre te ruiken… en dat was hier absoluut niet het geval. Alsof de beren met mes en vork de hele vis hadden opgepeuzeld. Nog geen schub was er te vinden.

Stel dus dat je daar om 5 uur staat, dan sta je daar voor een dichte deur (figuurlijk gesproken), zie je geen ruk, want het is midden in de nacht en... is er ook geen beer te bekennen!
Nadat we hier een tijdje hebben staan kijken (van Monique mocht ik haar brood niet in het water gooien om beren te lokken), zijn we doorgereden over de nog steeds ongeplaveide weg. Hier en daar fikse kuilen ontwijkend, regelmatig een kuil missen en dan hossend en klossend door gaan. Na een aantal stops kwamen we aan bij Salmon Glacier. Deze gletsjer is de op 5 na grootste van Canada en hij is immens! Onvoorstelbaar! We konden 'm al van verre zien liggen, maar voordat we er voorbij waren... Het maakt niet uit hoeveel gletsjers je ziet, het blijft indrukwekkend!

Ook hier hebben we natuurlijk de nodige foto's gemaakt, ook van de ontzettend mooie omgeving. We zitten hier natuurlijk best noordelijk en de bomen en planten beginnen dus al te verkleuren naar de mooiste herfstkleuren.

Op de terugweg hebben we natuurlijk ook nog de nodige stops gemaakt. Want iedere keer zie je weer andere mooie plekjes. En toen we weer 'beneden' kwamen, zijn we toch ook nog maar even bij Fish Creek gestopt, want stel dat... Maar helaas, geen beer had zich nog laten zien.
Via Hyder (een andere weg is er nl. niet) zijn we de grens weer overgegaan. Heel grappig, want hoe streng de Amerikanen ook zijn, zij hebben bij Hyder geen grenspost, maar de Canadezen hebben wel een grenspost. En je moet er echt stoppen, er komt een douane beambte naar je toe, neemt je paspoort aan en stelt o.a. de volgende vragen:
- hoelang blijf je in Canada?
- waar ga je naar toe?
- heb je vuurwapens bij je?
- heb je berenspray bij je?
- heb je alcohol bij je?

Als brave burgers (ahum) konden we natuurlijk alle vragen met nee beantwoorden en omdat we er ook zo eerlijk uitzien, mochten we al snel weer doorrijden.

Omdat het gisteren best pokkeweer was, zijn we nog teruggereden naar Bear Glacier. Tenslotte was het nu goed weer en je weet maar nooit hoe het morgen is.

dinsdag 16 september 2008

"Een beer! Een beer! Ik zie een beer!"

Om 10 voor 8 zaten we in de auto. Natuurlijk nog even tanken, cappucino met een dubbel shot halen bij de Starbucks en op weg gingen we. Op weg naar Stewart en Hyder. Het grappige is, is dat Hyder in Alaska ligt en Stewart in Canada en dat op slechts 3 kilometer van elkaar af.

Maar zover waren we nog niet. Eerst maar eens door de mist en regen de Yellowhead Highway opzoeken. Die overigens snel gevonden was. Onderweg heeft Monique nog naar hartelust zitten klikken, want de mist die over de meren en de bergen hangt, heeft iets spectaculairs en dreigend.

We besloten om de Highway 113 te nemen. Deze start in Terrace en hierdoor kruis je uiteindelijk de Cassier Highway, die naar Stewart (en verder naar het noorden) leidt. Een stuk van deze weg (zo'n 90 kilometer hebben we een paar dagen geleden al gereden, toen we naar de Lava beds gingen. Door deze weg te nemen hoeven we niet eerst terug te rijden naar de Hazeltons. Het scheelt dus enorm veel tijd.

In Terrace nog maar een keer getankt, want tenslotte weet je maar nooit wanneer je weer kunt tanken. Een tip die ik ooit gekregen heb en nooit vergeten ben is dat werd aangeraden om te tanken als je kunt. En omdat we niet wisten wanneer we weer een tankstation tegen zouden komen, namen we het zekere voor het onzekere.
Zo reden we met een lekker gangetje, kwamen langs wat kleine plaatsen die verstopt liggen in de bossen en plotseling… reden we een unpaved road op! Een stoffige, ongeplaveide, modderige weg van 58 kilometer lang! Een weg waar je maximaal 50 kunt rijden, maar vaker niet harder dan 30 of 20 kunt. Met een grote stofwolk achter ons aan, kuilen ontwijkend en soms aan de verkeerde kant van de weg rijdend, zijn we richting de kruising gereden. In totaal zijn we op deze weg 4 andere auto’s tegen gekomen!

Eindelijk na 58 kilometer konden we de Cassier Highway op draaien, met inmiddels een dikke modderlaag op achterruit. Pfff… eindelijk weer asfalt en eindelijk weer doorstomen met 100 kilometer per uur. Het is lekker rustig op de weg, dus we kunnen goed doorrijden. Totdat Monique ineens uitroept "EEN BEER! Ik zie een BEER!!! Jawel hoor, een zwarte beer, niet zo heel groot, was lekker aan het eten langs de weg en trok zich niets aan van de auto’s die voorbij reden. Natuurlijk moest deze beer op foto en film worden gezet, want daar hadden we in eerste instantie geen tijd voor. Dus even verderop gedraaid en weer teruggereden. Monique uit de gordels, door het dak foto’s makend, ik langzaamrijdend, nog een keer langs de beer. Maar toen moest ie ook nog op film worden gezet en aangezien we toch nog een keer moesten draaien, dan nog maar een keer filmen.


Verder op nog gestopt bij Meziadin Lake Provincial Park, nog een foto gemaakt en toen weer snel door. Ineens riep Monique opnieuw uit "daar zit er nog één!". En nog net zagen we een moeder met een kleintje, voordat moeders het kleintje het bos instuurde en er zelf snel achteraan ging. We hebben hier geen foto’s van, want een moederbeer met cubs, is snel verdwenen en blijft niet even poseren.


Niet lang hierna, toen we al een tijdje bergop reden, reden we een bocht om en zagen in volle glorie Bear Glacier liggen! Ongelooflijk, zelfs ondanks dat we toch al de nodige glaciers hebben gezien (hoe bedoel je verwend?!) blijft het overweldigend.
Ook hier weer de nodige foto’s gemaakt, natuurlijk, maar helaas regende het en zijn de foto's afgekeurd.
Even verderop de weg kwamen we langs nog meer glaciers, maar hier was een stopverbod, omdat er het gehele jaar door lawine gevaar dreigt.


Toen we eindelijk in Stewart aankwamen, hebben we het hotel opgezocht, even staan kletsen met de dame van de receptie die ons vertelde dat er ongeveer 500 mensen in Stewart wonen en dat het er zo’n 20 jaar geleden 2500 waren, de auto leeggehaald en ons geïnstalleerd in de zeer ruime kamer.

We zijn vroeg gaan eten (wat is de zalm en heilbot toch verrekte lekker hier) en we gaan vroeg onder de wol, want morgen wacht ons een lange dag in deze omgeving.

Enkele weetjes over Stewart en Hyder….

Inwoners van beide stadjes:
- Sturen hun kinderen naar school in Canada
- Verkrijgen electriciteit van British Columbia
- Gebruiken het Canadese telefoonsysteem
- In beide plaatsen surveilleert de Canades politie (Royal Canadian Mounted Police)
- Geen inwoner hoeft ooit te wachten op een drankje. Hyder heeft een cafe voor iedere 30
inwoners! Er wonen ook slechts 90 mensen!

Over hoge bergen en door diepe dalen

Mistig was het, zeer mistig toen we vanmorgen wakker werden. Geen hand voor ogen konden we zien! Maar dat weerhoudt ons er natuurlijk niet van om vroeg te vertrekken. Nee, niet de mist, wel het feit dat het vandaag zondag was. Want wat doen wij op zondag? Dan slapen we uit! Jawel, tot kwart voor 8.

Voordat we vertrokken zijn we nog gaan ontbijten in het hotel en hierna gingen we snel op weg. Gelukkig begon de mist toen ook al op te trekken, waardoor we toch nog aardig wat van de omgeving konden zien. Veel water, veel vissers. Af en toe zijn we even gestopt om een stukje richting het water te wandelen. Maar veel meer was er niet te zien. Waarom we dan toch naar Prince Rupert gingen? Nou, omdat we misschien nog wel een tochtje op een boot konden maken.


Volgens internet en de folders die we onderweg opgepikt hebben, stond dat er om 1 uur en om 4 uur ’s middags tours vertrokken. Misschien konden we nog wat orca’s, bultruggen, beren, bald eagles enzovoorts spotten. Alleen was er een klein probleem in Prince Rupert. Op zondag vertrekken de tours maar eenmaal per dag en wel om 1 uur ’s middags! En laten wij nou net iets over enen in Prince Rupert aankomen! Pech gehad, dus. Maar wat doe je dan? Nou, dan ga je toch je eigen vertier zoeken. Vlakbij Prince Rupert had ik een bord gezien waarop een trail werd aangegeven. Hier zijn we weer naartoe gereden en hebben een hike gedaan van zo’n 5 kilometer.


We gingen de berg op en aan de andere kant gingen we de berg af… puffend! Want de vochtigheid is hier best hoog. Het water stroomde aan alle kanten van ons af. Maar na alle dagen in de auto en korte hikes die we hebben gedaan, was het wel even lekker om een poosje te kunnen lopen over hoge bergen en diepe dalen. Een lekkere workout op de zondagmiddag.

En nu? Nu zitten we bij de laundromat, om de was te doen, da's hard nodig. Het is nu rond 5 uur en we hopen dat de was er niet zo lang over doet. Want hierna gaan we een hapje eten, kruipen vroeg onder de wol, want morgen gaan we op weg naar Hyder en Stewart!